‘De man’ en ik wonen niet met z’n tweeën, maar met z’n drieën. We hebben namelijk een heel zacht en fluffy, maar vreselijk eigenwijs konijntje bij ons wonen. Hij heet Nemo en hij is nog geen kilo zwaar en toch maakt hij soms flink de dienst uit in huis. Hij is verliefd op de voeten van ‘de man’, gek op zijn ‘vriendinnetje’ – het knuffelbeest Dora – en hij is een ster in languit op de vloer uitgestrekt liggen en slapen. Hij klimt op de gekste plekken en gaat dan op de uitkijk zitten. En hij is gek op dozen vol kranten.
Als je een konijntje hebt, heb je vast ook wel eens een bosje bospeen in huis. Konijnen zijn namelijk gek op wortels, maar ook op het wortelloof. Heb je geen konijn, dan is het meestal zo dat die bos loof in de prullenbak belandt. Hartstikke zonde natuurlijk en eigenlijk ook helemaal niet nodig. Daarom maakte ik pesto van de laatste bos loof die ik in huis had en dat bleek best lekker te zijn. Een heel klein beetje grassig nog van smaak, maar voor de verandering eigenlijk best lekker.
Wil je liever gewone pesto? Vervang dan de bos loof door 45 gram basilicum. Enjoy!
Wat heb je nodig voor een flink potje pesto?
* het loof van een 1 bos bospeen
* 2 teentjes knoflook
* 85 gram pijnboompitjes
* 30 gram parmezaanse kaas, geraspt
* grof zeezout
* olijfolie, extra vergine
Hoe maak je deze simpele pesto?
Rooster de pijnboompitjes in een droge pan tot ze bruin zijn en lekker gaan ruiken. Was daarna het loof van de bospeen eerst grondig, er zit vaak nog zand in het loof. Dep het vervolgens droog en doe het samen met de teentjes knoflook, de pijnboompitjes, de parmezaanse kaas en 2 eetlepels olijfolie in een keukenmachine.
Laat de keukenmachine draaien totdat alles klein gemalen is. Voeg dan steeds een eetlepel olijfolie toe totdat de pesto zacht en smeuig geworden is. Je kunt de pesto zo dun of dik maken als je zelf zou willen. Breng de pesto vervolgens op smaak met peper en zout.
0 reacties